Net voor het eind van het jaar publiceerde ik met Stefan Vreugdenhil en Hans Hollander van de Zoogdiervereniging een artikel over het beheer van reeën en draagkrachtmodellen. Afschot van reeën in Nederland gebeurt op basis van tellingen, en een berekening van hoeveel dieren er in het gebied zouden “passen”: de draagkracht van een gebied. Dat laatste doet men op basis van landschapscriteria.
Nu ben ik voorstander van gebruik van mathematische of conceptuele modellen in de ecologie: je kunt daarmee theorieën testen, scenario’s van bijvoorbeeld verschillend beheer zichtbaar maken. Ze zijn in mijn ogen perfect om hypotheses te ontwikkelen en aan te scherpen, die je vervolgens in het veld kunt toetsen.
In het artikel leggen we uit waarom we het gebruik van draagkrachtmodellen voor beheer van reeën geen goed idee vinden: het landschap, het gedrag van reeën en de schaal waarop de methode wordt ingezet is veranderd, de draagkracht van en gebied fluctueert door weer, en de tellingen waarop je het afschot bepaald zijn niet nauwkeurig genoeg. Daardoor werkt de bestaande methode niet (meer). En, beheer van reeën heeft tegenwoordig niet meer als doel het oogsten van wild, mooie geweien, of het behoud een grote populatie, maar puur om voorkomen van schade aan landbouw of verkeer. Een benadering van ecologisch draagkracht hoort daar niet meer bij.
We leggen dat allemaal uitgebreid uit in het artikel, en geven aanzet voor een nieuwe, bij de huidige tijd passende benadering.