Langjarig onderzoek windmolens Noordoostpolder

Middenin het toekomstige windpark.
Middenin het toekomstige windpark.

Altenburg en Wymenga, Avitec en ik verzorgen de ecologische monitoring van een windparkproject in de Noordoostpolder. Het park gaat 86 windmolens tellen, waarvan er 38 op het land worden geplaatst en 48 in zee. De turbines worden dit jaar en in 2016 gebouwd. Opdrachtgever voor de monitoring is De Koepel, een samenwerkingsverband van windmolenexploitanten. Om mogelijke ecologische effecten van de windmolens vast te stellen wordt veldwerk verricht en worden bat detectors en radartechnologie ingezet. Een en ander resulteert in een voorspellend model ten aanzien van risicoperiodes.

Ook vleermuizen
Om de sterfte door aanvaringen te kunnen vaststellen gaan medewerkers van A&W onder andere het veld in. Gedurende een periode van vijf jaar maken zij herhaaldelijk inspectierondes in het windpark, waarbij wordt gezocht naar vogelslachtoffers. Ook vleermuizen worden in het onderzoek meegenomen. Om een beeld te krijgen van de vliegbewegingen van zowel vogels als vleermuizen in en rond het windpark wordt gebruik gemaakt van radartechnologie (door het Duitse bedrijf Avitec) en door mijn bedrijf in samenwerking met A&W met geautomatiseerde bat detectors en autotransecten. Zonder deze technologie zou het vrijwel onmogelijk zijn een goed beeld te krijgen van de vliegbewegingen, omdat veel van deze bewegingen ’s nachts plaatsvinden en de buitendijkse slachtoffers in het water verdwijnen.

Voorspellend model
De inventarisatie resulteert voor onze opdrachtgever in een voorspellend model ten aanzien van de risicoperiodes. Projectleider Erik Klop: “Stel dat turbines op een punt waar veel vliegbewegingen zijn veel sterfte veroorzaken, dan kan een aanbeveling zijn de betreffende turbines tijdens de trekperiode op bepaalde momenten stil te zetten. Die momenten zijn bijvoorbeeld bijzondere weersomstandigheden, zoals bij een bepaalde windkracht of slecht zicht door mist. Dit soort effecten betrekken we eveneens in ons onderzoek. We relateren de hoeveelheid slachtoffers dus ook aan externe omstandigheden. Wat overigens goed zou kunnen is dat het aantal slachtoffers zo klein is, dat er geen sprake is van een bedreiging op populatieniveau. Nu is het allemaal nog gissen. Straks is het weten.”

Tekst: Altenburg & Wymenga