Onderzoek windenergie en ecologie door consortium

Sinds kort werk ik in consortium met Alterra en Regelink Ecologie & Landschap aan ecologisch onderzoek in het kader van de plaatsing van windturbines op land.

De komende jaren dient 6000 MW aan extra turbines op land gerealiseerd worden. Een enorme opgave om ervoor te zorgen dat Nederland minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen. Het plaatsen vanwindturbines kan echter negatieve effecten hebben op beschermde planten en dieren. Met name vogels en vleermuizen kunnen slachtoffer worden van windmolens. Om de nationale doelstelling te halen, is het belangrijk deze kans vroeg in het planningsproces in kaart te brengen en de risico’s op slachtoffers te mitigeren.

Thijs Molenaar vleermuisexpert bij Regelink Ecologie & Landschap: “Van het foerageergedrag, migratiegedrag en aanpassen van gedrag bij het plaatsen van windmolens is nog maar een beperkte kennis voor handen. Het aantal slachtoffers van vleermuizen verminderen vraagt een combinatie van onderzoek naar de ecologie, gebruik en ontwikkeling van nieuwe apparatuur en innovatie.”

Turbine2

Het eerste project dat aan de combinatie gegund is betreft een ontwikkelingslocatie in de provincie Gelderland. In het plan is voorzien in de plaatsen van 5 windmolens. De combinatie onderzoekt in opdracht van de ontwikkelaar of effecten op beschermde soorten natuurgebieden te verwachten zijn en of het maken van een milieu effect rapportage noodzakelijk is. De combinatie van het team flexibele en ervaren (veld)medewerkers van Regelink Ecologie & Landschap, de wetenschappelijke ervaring van Jasja Dekker en de juridische-ecologische ervaring van het onderzoeksteam bij Alterra heeft de ontwikkelaar het vertrouwen gegeven het onderzoek aan de combinatie te gunnen.

Fred Kistenkas is jurist bij Alterra: “Om te voorkomen dat projecten verzanden in juridische procedures is het van groot belang dat ecologen, juristen en ontwikkelaars elkaar in een vroegtijdig stadium opzoeken. Aan het begin van een project in kunnen schatten welke mogelijke effecten te verwachten zijn zorgt ervoor dat er vaak juiste (verzachtende) maatregelen getroffen kunnen worden.”

Ruimtelijke context van hibernacula

Een nieuwe publicatie! Dit stuk schreven we op basis van de wintertellingen van de Zoogdiervereniging, en veldwerk en analyses door Sander van de Koppel.

In het kort gaat het erover dat de geschikheid van een winterverblijf van vleermuizen niet alleen wordt bepaald door het binnenklimaat, en rust (geen menselijk gebruik tijdens winter) maar ook de directe omgeving en het landschap rond het verblijf.

Het abstract vind je hier, het hele stuk kun je bij mij opvragen.

New paper!s On how hibernacula characteristics, direct surroundings, surrounding landscapes and use by humans affect numbers of hibernating bats. Request a copy from me, or read the abstract.

Cover De Boer et al.

Counting bat clusters the easy way

I use ImageJ plus a plugin called Cell Counter for counting large amounts of animals from photos. You can use 8 different counter types simultaneously, nice for mixed species clusters.

Freely available at:
ImageJ: http://rsb.info.nih.gov/ij/

And plugin: http://rsb.info.nih.gov/ij/plugins/cell-counter.html

Example: Myotis myotis

Counting Myotis myotis clusters from photos.

Counting Myotis myotis clusters from photos.

Overwinterende vleermuizen in kwadraat

Afgelopen week mocht ik meedoen aan de telling van overwinterende vleermuizen in het gangenstelsel van de Oder-Warthe stelling, onderdeel van de Ostwall. Dit gangenstelsel is kilometers lang, 20 tot 40 meter onder de grond, en is lekker stabiel qua vocht en temperatuur. Daarmee is het een ideale overwinteringslocatie voor vleermuizen.

In totaal werden er door zo’n 80 mensen in 9 teams meer dan 37 duizend vleermuizen geteld, van 12 verschillende vleermuissoorten. Hieronder enkele van die duizenden op de plaat.

Vleermuizen op hoogte

Afgelopen maanden ben ik bezig met vleermuizen luisteren op 100 meter hoog. Niet zelf natuurlijk: aan een heel stabiele vlieger (waarmee ik ook luchtfoto’s maak) laat ik mijn kostbare vleermuisdetector plus opnameapparaat op. De vleermuisdetector neemt automatisch de vertraagde ultrasone geluiden op. 

Waarom doe ik dat? Er zijn allerlei zichtwaarnemingen van vleermuizen die op grote hoogte vliegen, met name tijdens de trektijd, maar op die hoogte werkt de normale methode, luisteren met een ultrasoondetector met de voeten op de grond, niet. Je kunt de meeste echolocatie-geluiden niet van een grotere afstand dan 30 meter horen. Alles wat hoger vliegt, mis je zo dus. Meer te weten komen van die hoog overtrekkende vleermuizen is niet alleen bere-interessant, maar ook belangrijk voor bescherming: denk bijvoorbeeld aan de bouw van windmolenparken. Die zetten de eigenaren niet graag op drukke trekroutes, maar die moeten dan wel in kaart gebracht.

Wezels vangen

Afgelopen weekend was ik een dagje bezig met wezels vangen, met de Werkgroep Kleine Marterachtigen van de Zoogdiervereniging. Helaas geen vangsten, wel meer goede ideeën.

We maken ons al een tijd je zorgen over wezel, hermelijn en bunzing:  ze lijken steeds schaarser te worden, maar de redenen daarvoor zijn lastig te onderzoeken. Deze veldproef is onderdeel van een stel proeven om inventarisatiemethoden te optimaliseren. We vergelijken (aangepaste) cameravallen, lifetraps, en sporenbuizen. Resultaten volgen deze zomer.

Luister intussen naar deze rapportage bij Vroege vogels.

Artikel: herstel konijnenstand blijft uit in duinbossen

De virusziekte Viraal Haemorrhagisch Syndroom (VHS) heeft in de jaren negentig flink huisgehouden onder konijnen. De laatste jaren gaat de konijnenstand in duingraslanden weer vooruit, waarschijnlijk doordat er resistentie tegen de ziekte is ontstaan. Gek genoeg blijft herstel in duinbossen echter vrijwel uit, schrijven medewerkers van het CBS en de Zoogdiervereniging in een recent nummer van Wildlife Research.

Continue reading “Artikel: herstel konijnenstand blijft uit in duinbossen”

Vleermuizenkast in moestuin

Vleermuiskasten timmeren, ophangen en controleren zijn leuke en laagdrempelige manieren om aan vleermuiswerk te doen. Het kostte dan ook weinig moeite om een in mijn moestuin-club, de Tuinbouwvereniging Elderveld, een vleermuiskasten-werkgroepje te vormen. Komende winter komen er 25 kasten van verschillende typen op onze 2.7 hectare. Daarmee willen we de vleermuizen in de wijk en in de tuin een steuntje in de rug geven.

Continue reading “Vleermuizenkast in moestuin”

Statistiek met R

Vorige week besteedde ik een avond aan de statistische analyse van worpgrootte van boommarters, muizen en mast, voor een van de leden van de boommarterwerkgroep (artikel verschijnt volgend jaar in Lutra). In het begin van mijn carriere deed ik dat met SPSS, daarna met SAS, maar ik ben al een jaar of 5 fanatiek gebruiker van statistiekpakket R. Waarom R? Continue reading “Statistiek met R”