Momenteel vang ik samen met fretteur Michael Moerman op een aantal plekken in Nederland konijnen. Dat doen we voor de wetenschap: na het vangen neem ik wat bloed af, en dat wordt onderzocht op aanwezigheid van typen antilichamen tegen konijnenziekte VHS en myxomatose. Door die gegevens te combineren met informatie over het habitat en de voorgeschiedenis, kunnen we beter begrijpen waarom konijnen in sommige natuurgebieden herstelden van die ziekten, maar op andere plekken laag in aantal blijven.
We fretteren omdat dat een effectieve en snelle manier van konijnen vangen is. Juist in de interessante gebieden, die met lage dichtheden, is het vangen met vallen langdurig en moeilijk. Met de fret gaat dat veel vlotter.
Bij fretteren wordt gebruik gemaakt van een gedomesticeerde natuurlijke predator van het konijn: de fret. De fret is al sinds jaar en dag bekend als een succesvol “jachtmiddel'” , want in de dertiende eeuw werd de fret van Mongolië tot Engeland als jachtmiddel gebruikt. Inzet nu gebeurt in het kader van jacht en/of schadebestrijding. En vindt meestal plaats met netjes (zogenaamde buidels). De uitgangen van een burcht worden met die netjes afgezet, de fret wordt naar binnen gelaten, en als er een konijn in de burcht zit, kiest die meestal het hazenpad, het netje in. De jager krijgt het konijn dus levend in handen. Daarom, en omdat fretteren zo effectief is, is het ook een nuttig instrument voor ecologisch onderzoek.